In het documentaire-drieluik ‘Binckhorst’ laten Wilma Marijnissen en Marsel Loermans het publiek kennismaken met opvallende bedrijven en bewoners van de Binckhorst. Het eerste deel van de filmreeks is inmiddels af en gaat op 2 oktober tijdens het I’M BINCK FESTIVAL in première.

Het is even zoeken maar wie de weg een beetje weet, komt na een slingerroute via Skatepark Sweatshop uiteindelijk uit bij het oudste familiebedrijf van de Binckhorst: Jachtwerf De Haas, aan de Binckhorstlaan. “Goed verstopt, zoals veel familiebedrijven hier”, zegt Marijnissen die met Loermans zit bij te praten met Jos de Haas. Volgens de filmmaakster is hij ‘de vader van de Binckhorst’. Al denkt De Haas daar zelf heel anders over, hij laat zich de eretitel welgevallen en is ingetogen trots dat hij een van de karakters is die in de documentaire-trilogie wordt geportretteerd.

Een aantal jaren geleden besloten de kunstenaars gedurende twaalf jaar diverse bewoners en ondernemers van de Binckhorst met een camera op de schouder te gaan volgen. “Mijn ouders hadden hier vroeger een autogarage en pompstation. Ik ben hier praktisch opgegroeid. Ik denk dat veel mensen niet weten hoe belangrijk een gebied als de Binckhorst is voor een stad. Het geeft even ruimte, als je bijvoorbeeld tijdelijk een berg zand kwijt moet. Een stad heeft zulke verlaten landjes nodig”, verklaart Marijnissen haar fascinatie.

De zachte g van Loermans, van huis uit fotograaf, verraadt dat zijn interesse een andere oorsprong heeft. “Ik heb sympathie voor mannen in overalls met vieze handen. Ik houd van de manier van leven hier. Heel puur en oprecht. Geen poespas, maar gewoon mensen die doen wat ze doen, dat goed willen doen en daar voor leven”.

In dat beeld herkent De Haas zich goed. De Binckhorst is zolang hij bestaat altijd een gebied geweest waar ondernemers en bewoners vrijheid vonden. Voor zijn grootvader in 1925 reden om aan de Trekvliet een bedrijf in oud ijzer te beginnen. “Ik was drie maanden toen ik hier kwam wonen tussen het ijzer, geiten en varkens. Die konden we hier allemaal hebben. Ik speelde met ijzer in plaats van met blokken. Ook mijn eigen kinderen, twee dochters en een zoon, hebben hier veel vrijheid gehad. Zo heb ik ze alledrie met twaalf jaar leren lassen. Of ze daar iets aan hebben gehad? Dat weet ik niet. Eén van mijn dochters is dierenarts geworden dus misschien wel”, klinkt het nuchter.

Generaties
De ondernemer doet het tegenwoordig zelf wat rustiger aan en is blij dat zijn zoon Roel het reilen en zeilen in de werf heeft overgenomen. De Haas senior deed hetzelfde eind jaren ’70. “We hebben van dat oude ijzer allemaal goed kunnen studeren. Na mijn militaire dienst heb ik wat banen gehad bij bedrijven, nergens wilde ik aarden. Toen mij vader in 1977 vroeg of ik hem wilde helpen in de werf. Twee jaar later overleed hij plotseling en stond ik er alleen voor”.

Om de werf van De Haas heen veranderde de afgelopen decennia flink wat. Bedrijven als KPN zetten er voor die tijd spetterende kantoorpanden neer om ze vervolgens leeg achter te laten. Autosloperijen verdwenen vanwege milieuregels, ondernemers gingen failliet en ingrijpende her-ontwikkelingsplannen werden opgetikt en in de gemeenteraad besproken om vervolgens vanwege diverse redenen in lades te verdwijnen of door een versnipperaar te gaan. “Maar hier binnen is niets veranderd”, verzekert Marijnissen.

Nulmeting
Met haar compagnon portretteerde ze tal van ‘Binckkhorst-bewoners’ voordat de werkzaamheden aan de Rotterdamsebaan zijn begonnen. Deze snelweg moet op de plek van de Binckhorstlaan voor een betere auto-toegankelijkheid van de stad zorgen. Loermans: “We hebben nu een nulmeting. Wat er voor de ondernemers en bewoners verandert, gaan we de komende jaren zien”.

Aan de hand van de portretten wordt de transitie van de Binckhorst in beeld gebracht, die een aantal jaar geleden al is ingezet. “De slimmeriken, de mensen die weg kunnen, hebben zich laten uitkopen of zijn naar het Forepark vertrokken. De grote autodealers zijn hier allemaal weg, maar de toeleveranciers zijn achtergebleven en zitten er nog zolang ze het redden”, zegt Loermans.

Geen haar in de baard van De Haas die er aan denkt de werf op te doeken of te verplaatsen. “Kijk eens om je heen. Als je dit nieuw zou moeten bouwen met alle grond erbij, dat krijg je toch nooit ergens anders?”.