Binckhorstgesprek met Dimitri, 30 juli 2019, Saturnuskade / Binckhaven

Dimitri heeft nog niet zoveel voetstappen liggen in de Binckhorst. Sterker nog, als we hem spreken is hij nog maar twee keer in de Binckhorst geweest. Dat heeft hem er niet van weerhouden om er een huis te kopen: een van de eengezinswoningen op Binck Eiland, geplande oplevering eind 2020. Al vijf jaar waren hij en zijn vrouw vanuit Amsterdam-Noord op zoek naar een ander huis. Zeker was dat het huis in een stad moest staan, met genoeg buitenruimte, ook voor de kinderen. Een stad waar iets nieuws neergezet wordt, waar dingen gebeuren. Dat is zeldzaam in Nederland. Maar toen vonden ze de Binckhorst, stads en rauw, een nieuwe plek waar nog verrassingen te vinden zijn en die conceptueel nog ontwikkeld moet worden. Met uitzicht op water en de zee in de nabijheid. Den Haag kenden ze nog niet. ‘We waren op weg naar de notaris en dachten onderweg: wat is het hier leeg!’

Er valt nog veel te ontdekken in de Binckhorst, Dimitri is steeds verrast wat hij er allemaal kan vinden. Wat hem betreft, hoeft de komst van woningen het werken zeker niet te verdrijven. ‘De iconen van de Binckhorst moet je zien te behouden. Wat er in de Binckhorst al aangepakt is, is eigenlijk al veel te braaf. Neem nou Mama Kelly, daar zie je glamour. Het zou spannend moeten blijven. Geen schoongespoten bakstenen, leuker is een oud, onbehandeld uiterlijk van de bestaande panden. De bedrijven geven het gebied juist karakter. Als de BAM weg zou gaan, dan gaat de Binckhorst dood. Laat bedrijven ervoor zorgen dat hun geluids- en andere overlast beperkt wordt, zodat bewoners geen last van ze hebben en de bedrijven in de Binckhorst kunnen blijven.’ Dimitri ziet daar een essentiële rol voor de gemeente. Hij vreest dat als de gemeente die niet pakt, dat bedrijven dan uiteindelijk weggejaagd zullen worden door de bewoners.

De ontwikkelingen in de Binckhorst volgt Dimitri op de voet. En die gaan snel. Zo snel dat hij benieuwd is of er voor de Binckhorst community nog ruimte is voor de realisatie van eigen ideeën, bijvoorbeeld voor de inrichting van de openbare ruimte. ‘Openbare ruimte is er om mensen gelukkig te maken. Ik zou meer groen willen zien in de Binckhorst, meer buitenruimte. Je zou het water veel meer kunnen gebruiken, voor verschillende functies. En er moet ook gedacht worden aan de volgende generatie: in de Binckhorst komen mensen met kinderen wonen. De openbare ruimte moet gericht zijn op die kinderen, die de toekomst van Den Haag vormen. Zorg dat zij buitenruimte hebben. Dan heb ik het niet over overdekte speelparadijzen. Maar zoiets als de WOW-zone, dat vind ik een fantastische plek. In dat deel van de Binckhorst is het sowieso nog leeg, daar zou je mensen hun gang kunnen laten gaan om festivals te organiseren, of hockeycompetities en straatvoetbal.’

Dimitri wijst erop dat de Binckhorst beter in verbinding moeten staan met andere delen van de stad, voor een betere sociale cohesie. Het spoor in de richting van Bezuidenhout/Voorburg zou bijvoorbeeld overbrugd kunnen worden met een verhoogde fietsrotonde. Ook de verbinding met Laak aan de overkant van de Trekvliet vraagt om aandacht. ‘Nu is er een tweedeling, de mensen die bij Capriole zitten zijn meestal niet de mensen van de overkant. Laat Laak ook mee profiteren van de ontwikkeling van de Binckhorst. Het zou mooi zijn als ook aan de overkant van de Trekvliet kleinschalige horeca en andere zaken komen.’ Die kleinschalige horeca is belangrijk en Dimitri vindt het zorgwekkend dat daar in de Binckhorst nog weinig van te vinden is. ‘Er moeten niet meer zaken als McDonald’s bijkomen. Een marktplein in de Binckhorst zou mooi zijn, met horeca erom heen, naar het voorbeeld van de Pure Markt in Amsterdam, gericht op lokale producten. Als de gemeente de Binckhorst wil neerzetten als het nieuwe centrum van Den Haag, dan is horeca essentieel in de programmering.’

Interview: Sabrina Lindemann en Susanne van der Kleij
Fotografie en redactie interview: Susanne van der Kleij