Binckhorstgesprek met Gerda, 17 juli 2020

Gerda is geboren en getogen in  Scheveningen. Toen ze eind twintig was, is ze naar Waddinxveen verhuisd en daarna naar het oosten van het land. Voor haar werk als consultant kwam ze de laatste jaren weer veel in Den Haag en ging de stad wel weer trekken. ‘Ik moest wel helemaal opnieuw gaan ontdekken welke buurten leuk waren. We hebben eerst een huis gehuurd in Bezuidenhout en een flinke rondgang gemaakt in Den Haag op zoek naar een koophuis. Van de Vogelwijk tot overal eigenlijk. En uiteindelijk kwamen we uit bij de Binckhorst. Daar had ik wel m’n twijfels over, ik mocht daar vroeger nog niet eens doorheen fietsen van m’n ouders! We zijn toch maar gaan kijken, naar een appartement in het herontwikkelde kantoorpand op Binck Eiland. Het sprak me aan, ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid.’ Het feit dat de Binckhorst niks van een Vinex-locatie heeft, was ook een pluspunt. Of dat zo blijft vindt Gerda nog wel spannend.

De snelheid van de ontwikkeling van de Binckhorst valt Gerda wel een beetje tegen. ‘Wat ik zo fijn vind aan de stad is dat je alles in de buurt hebt: je bakker, je slager. Rond de tijd dat we het huis kochten, in 2017/2018, leek het erop dat dat ook allemaal heel snel zou komen. Maar het laat allemaal wat langer op zich wachten. We zijn in februari 2019 verhuisd en we dachten bijvoorbeeld dat er tegen die tijd wel iets van horeca of een supermarktje in de ruimte beneden in het pand zou zitten. Ik had gehoord over onderhandelingen met Albert Heijn. Maar er zit nog steeds niets. En rond het gebouw is het ook nog steeds een beetje rommelig. Daar kan ik soms wel een beetje chagrijnig van worden.’ Ook het openbaar vervoer laat nog wel te wensen over. Dat heeft als gevolg dat mensen meer de auto pakken. Gelukkig is er wel verbetering zichtbaar. ‘De Binckhorstlaan is opgeknapt. Doordat er nu een stoep is, loop je makkelijker naar de bushalte. En de bus komt nu elk kwartier.’

Met de groenvoorzieningen mag ook wel wat vaart worden gemaakt. Groen levert veel op voor het klimaat en de leefbaarheid. ‘De Binckhorst is nog geen plek waar je lekker kunt wandelen of even op een bankje aan het water kunt zitten. Ik kan niet wachten tot het Waterfrontpark er is. We lopen nu wel in de Binckhorst, naar Capriole bijvoorbeeld, of naar Kompaan voor een biertje, maar prettig wandelen is het niet, ook niet voor de hond. Er is nog te veel steen.’ Ze kijkt uit naar de aanleg van de binnentuin op Binck Eiland, die binnenkort start. Dat wordt een aanwinst voor de hele wijk omdat de tuin overdag vrij toegankelijk wordt. ‘De projectontwikkelaar gaat de binnentuin aanleggen en daarna kunnen we er als bewoners gebruik van gaan maken. Er komt ook een klein kasje waar we misschien wat groenten of fruit kunnen verbouwen.’ Dat onderhoud van het groen, ook elders in het gebied, is belangrijk. ‘Het moet niet zo zijn dat er door gebrek aan onderhoud rare hangplekken ontstaan. Daar moeten we goed op letten.’

Gerda kan erg genieten van de schepen die voorbij komen, van en naar de betonfabriek waar ze op uit kijkt. Ze hoopt dat de mix van industrie en woongebied blijft bestaan. ‘Ik zou het jammer vinden als vooral de grote industrie, zoals de betonfabriek, weg zou trekken. Die vormt toch het karakter van de Binckhorst. Ik begrijp wel dat zo’n asfaltfabriek lastig wordt, vanwege de stank. Daar kreeg je nooit iedereen tevreden mee. Maar mensen zouden zich ook goed moeten laten informeren over wat hier aan bedrijven zit, voordat ze hierheen verhuizen. Als je echt een woonwijk wilt, dan moet je niet voor de Binckhorst kiezen.’ Gerda is verheugd om te horen dat er dertien BINCK-plekken zijn aangewezen, met een cultuur-historische waarde, als wortels naar het verleden. ‘Daarmee kun je de uitstraling van de Binckhorst bewaren, ook als de plek niet meer zijn oorspronkelijke functie heeft. Je zou er ook publieke voorzieningen in kwijt kunnen, zoals een sportschool. Die hoeven niet per se allemaal in de plinten van de nieuwbouw.’

Interview: Sabrina Lindemann en Susanne van der Kleij
Redactie / tekst en fotografie: Susanne van der Kleij