Wat meteen opvalt bij het bestuderen van het project Linck in de Binck, is de grote diversiteit aan woningsoorten. Onder de 77 appartementen die het complex aan de Fokkerhaven in 2023 telt, bevinden zich lofts, ruime hoekappartementen, ‘sky houses’ en – aan de groene binnentuin – verticale hofjeswoningen, alle in een grote variatie aan woonoppervlak.

“Met die veelzijdigheid proberen we zo veel mogelijk doelgroepen te bedienen,” legt Jaakko van ’t Spijker uit, die van ontwikkelaar ERA Contour de ontwerpopdracht kreeg. “Elk type woning staat voor een andere lifestyle,” gaat de architect verder.

“Voor de lofts op de lagere etages hebben we de stadsnomaden op het oog. Mensen die leven in de stad, uithuizig zijn en hun appartement vooral als uitvalsbasis gebruiken. Maar er komen ook heel ruime appartementen met veel buitenruimte voor mensen die juist vaker thuis zijn. En helemaal bovenin komen zeven maisonettes met de mogelijkheid voor een traditionele eengezinsindeling. De woonkamer en keuken zijn beneden, de slaapkamers boven.”

Spannend is dat laatste wel, want nooit eerder werd dergelijke hoogbouw in Den Haag gerealiseerd met het gezin als een van de uitgangspunten. “In de tender werden we door de gemeente uitgedaagd om gezinsvriendelijk wonen in hoogbouw mogelijk te maken. Die hebben we niet voor niets gewonnen. Linck is een innovatie in stedelijk wonen.” Van ’t Spijker ging voor zijn splinternieuwe woonconcept niet over één nacht ijs. “Ontmoeten en verbinden zijn voor veel doelgroepen belangrijke thema’s voor een aantrekkelijke woonomgeving. Hoe dat tot stand moet komen, daarvoor hebben we onze voelsprieten uitgestoken. Ook zijn we in gesprek gegaan met potentiële bewoners.”

Die gesprekken – én Van ’t Spijkers eigen ervaring met het ontwerpen van state of the art werkplekken – resulteerde in wat hij zelf een ‘sociale machine’ noemt. “Een collectieve groene ruimte in het hart van het gebouw als aantrekkelijke plek om elkaar tegen te komen, en als uitlaatklep voor het gezin.”

In tegenstelling tot een traditioneel appartementsgebouw, is het atrium open en is er een visuele verbinding met de woningen. “Architecten spreken van ‘eyes on the street’, contact met wat er buiten je huis gebeurt. Dat is hier heel goed geregeld, zowel buiten als binnen. Veel studieruimtes van de woningen zijn aan het atrium gelegen, waardoor er geen sprake is van anonimiteit. Goed voor de sociale samenhang.”

Lees hier het volledige artikel op de website van Den Haag Centraal.