In grote steden als Den Haag is vitale en biodiverse stadsnatuur geen automatisch gegeven. Stadsecologen moet strijden om het behoud van natuurwaarden, weet stadsecoloog Esther Vogelaar uit eigen ervaring. In de Hofstad biedt de Nota Stadsnatuur sinds een aantal jaar meer groenborging, maar volgens de ecoloog is het alsnog de vraag of een beoogd park in de Binckhorst voldoende natuurwaarden krijgt.

Om de ruimte voor groen en natuur te bewaken moet je vooral niet compenseren of inleveren op die terreinen, zegt Ester Vogelaar stellig. ‘Soms moet je flink op je strepen staan. Als ze ergens aan groenstructuren komen, moeten ze dat ergens anders aanvullen zonder dat groenvoorzieningen of verbindingszones aan kwaliteit verliezen’, aldus de stadsecoloog in dienst van de gemeente Den Haag. ‘Andere departementen hebben soms een flinke dobber aan me als ik nee zeg tegen hun plannen, wanneer hiervoor groen moet worden ingeleverd.’

Om stadsnatuur beter te borgen, stelde Den Haag in 2016 al de Agenda Groen op. Daarmee heeft de stad een overkoepelend groenbeleid, gericht op het versterken van biodiversiteit en de gezondheid voor mens en dier. De nieuwste Nota Stadsnatuur uit 2020 borgt daarbij niet alleen de groenstructuren, maar ook het beheer en de inrichting.

Een handreikingsdocument vanuit de gemeente moet duidelijkheid scheppen over de concrete eisen die de gemeente stelt aan haar groenstructuren. In die handreiking staan vuistregels voor stadsbiotopen als bosjes, struweel, waterpoelen en flora- of faunagrasland. Ook is bij verschillende type groenstructuren, van verbindingszones tot groter groen, bekend tot welke ‘klasse’ zij minimaal moeten behoren. ‘Gemeenten moeten voor iedere groenzone een beleidsplan schrijven over welk type groen zij willen toevoegen en welke diersoorten zij ermee willen aantrekken’, aldus Vogelaar.

Alle gemeentelijke afdelingen werkten mee bij het opzetten van de nota. Daarmee zou integraliteit gegarandeerd moeten zijn. Maar Vogelaar is voorzichtig: ‘Het is ook maar een van de vele nota’s die worden opgesteld. Al die nota’s schuren met elkaar. Ons groenbeleid ligt dus wel vast, maar is lang niet zo beschermd als een Natura 2000-gebied.’

Vogelaar deelt haar verhaal op het gemeentehuis in Den Haag tijdens een editie van de Roadshow Biodiversiteit. Hoe de strijd om de ruimte met andere stadsfuncties en onvoldoende ecologische kennis het moeilijk maakt om stadsgroen te behouden en te versterken, is onder andere te zien in de plannen voor Waterfront Park Binckhorst. Het voorheen industriële gebied moet gemengd woon-werkgebied worden, met daarin het Waterfront Park als groen gebied langs het kanaal Trekvliet.

Ambtenaren van de gemeente en de provincie Zuid-Holland buigen zich al jaren over het groen in het beoogde Waterfront Park Binckhorst, dat vooral beschermd moet worden tegen snel naderende en bouwplannen voor 5.000 tot 10.000 woningen aan de randen van het gebied en mogelijk op het terrein zelf.

‘De gemeente wil 70.000 vierkante meter groen. Maar als alle projecten doorgaan, blijft er weinig park meer over’, zegt Vogelaar. De situatie is de ecoloog maar al te bekend. ‘Om groenplannen te realiseren, ben je al gauw tien jaar of meer verder. En het probleem met ruimteclaims is dat woningen de hoogte in kunnen, groen kan dat niet zo makkelijk’, aldus Vogelaar.

Juist die schaarste maakt een vierkante meter groen volgens de stadsecoloog daardoor waardevoller. Eenmaal ingevuld door andere functies, zoals woningbouw, is een vierkante meter daarmee ‘vergeven’.

Bouwplannen halen groenplannen vaak in, ziet zij, ook bij casus Binckhorst. De stadsecoloog bepleit daarom om niet standaard vanuit de bouwopgave te denken en eerder randvoorwaarden te stellen voor een leefbare en meer biodiverse leefomgeving.

Lees hier het volledige artikel op de website van Stadszaken